Terugkoppeling: gesprek met Frans Timmermans over zijn visiestuk
Op 6 april 2025 publiceerde Frans Timmermans zijn visie voor een nieuwe linkse (volks)partij in het visiestuk Een nieuw hoofdstuk voor Nederland. Hierin pleit hij voor een ‘nieuwe verzorgingsstaat’, waarin iedereen de zekerheid heeft op loon waarmee je kan rondkomen, een goede geïsoleerde woning, voorzieningen in de buurt, een baan waar je trots op bent en meer. Op uitnodiging van Timmermans is een delegatie van LinksBoven afgelopen maand op bezoek geweest in de Tweede Kamer om over zijn visiestuk in gesprek gegaan. Want, zo zegt hij: “Ik wil bouwen aan een brede linkse beweging, en zie deze visie als de fundering daarvoor.”
LinksBoven is blij dat Timmermans een aanzet doet om een aanspreekbaar links verhaal neer te zetten. In het visiestuk staan veel aanknopingspunten waar we ons bij LinksBoven goed in kunnen vinden. Tijdens het gesprek hebben we Timmermans meegegeven wat onze aandachtspunten zijn. Hieronder vind je daarvan een samenvatting. De conclusie van het gesprek was dat we nog niet uitgepraat zijn en dat we graag met elkaar willen doorpraten.
Bij het gesprek waren aanwezig: Josephine Baán, Robin Bongers, Yasmine Bouchrit, Sibren Hoeven, Sipan Kelani, Gijs van Malsen, Vincent Smeding en Winne van Woerden.
Economie & democratisering
Gijs: “Het collectief moet terug in het hart van ons denken. Het Rijnlands model is mooi, maar laten we kiezen voor ondernemingen met zeggenschap en winstdeling. We moeten solidariteit als Europese kracht zien en ons niet blindstaren op platte vergelijkingen van economische groeicijfers. Laten we radicaal breken met het neoliberalisme.”
“Het visiestuk geeft geen radicaal andere blik op ons huidige economische stelsel, maar blijft binnen de kaders van het kapitalisme. Het gaat nog niet veel verder dan hervormingen als het verhogen van het minimumloon en het zwaarder belasten van het grootkapitaal. Terwijl: een visiestuk mag een ideologisch pleidooi geven, dat echt de stip op de horizon schetst. Ik mis de systeemverandering, zoals door het democratiseren van de economie,” zegt Josephine.
Josephine: “Natuurlijk is het belangrijk om aansluiting te vinden bij de realiteit van nu, maar ook morgen kunnen we al kleine stappen richting systeemverandering zetten. Denk aan coöperatief eigendom van bepaalde sectoren. Daarbij moeten we ook de rol van grassroots-bewegingen erkennen, die echte verandering van onderop realiseren.”
Winne vult aan: “Het sociaaldemocratische project was een onderhandeling tussen de factor kapitaal en arbeid, waarbij vakbonden in het Westen in staat zijn geweest om een uitkomst te bewerkstelligen in het voordeel van die laatste: de verzorgingsstaat. Maar, dit betekende slechts een hervorming van het kapitalisme, waarbij de onderliggende logica van groei en expansie niet aan banden werd gelegd: de rechten van de arbeidersklasse in zuidelijke landen werden hiermee ingeruild voor die van de arbeidersklasse in het westen. Bovendien had de groei-periode waarmee de opbouw van de welvaarststaat gepaard ging enorme gevolgen voor het klimaat en de planeet.”
“Een lange-termijn economische visie waarin geen afscheid wordt genomen van de groei- en expansiedrift van het kapitalisme negeert neokoloniale uitbuiting en toe-eigening/mondiale ongelijkheiden + overschrijden planetaire grenzen. Dus: niet daadwerkelijk rood noch groen,” zegt Winne. “Herverdeling en het bouwen aan een nieuwe verzorgingsstaat/terugdraaien van privatisering van publieke voorzieningen is belangrijk maar niet genoeg. We hebben daadwerkelijke verandering in eigenaarschapstructuren nodig. Democratisering van bedrijfsleven en de economie in bredere zin is cruciaal.”
Internationale positionering
Yasmine: “Het verhaal is doordrenkt van idealen over samenwerking, eerlijk delen en vertrouwen in elkaar. Tegelijk roept de taal vragen op: wat betekent ‘onze manier van leven’? ‘Wat wordt er precies bedoelt met: ‘onze manier van leven wordt aangevallen?’ Is dat een feitelijke constatering of vooral retoriek om politieke steun voor militarisering te mobiliseren?”
Josephine valt bij: “Wat me onwijs opviel in het visiestuk, is taal die wordt gebruikt. De zin ‘Onze manier van leven’ keert vaak terug, en precies daarin schuilt – wat mij betreft – een fundamenteel probleem. Het suggereert een wij-zij-denken dat Europa verheft tot moreel en politiek referentiekader, een soort witte superioriteit. Iets waar onze partij(en) niet voor staat/staan.”
Josephine vervolgt: “Dit wordt extra zichtbaar in de gebruikte taal rondom migratie. Er wordt gesproken over sturen en grenzen. Dat soort taal suggereert controle en geen rechtvaardigheid. Het suggereert dat het een probleem is en niet een gevolg. Terwijl dit gevolg voortkomt uit intersectionele problemen. Als het gaat om keuzes wie mag ‘blijven’ in Nederland, schetst dit een nationalistisch denkkader, want wie bepaalt wie recht heeft om te blijven?”
Gijs: “Migratie draait om mensen, niet om aantallen en bandbreedtes. Als we echt solidair willen zijn, dan staan we naast de werkende klasse, hier én wereldwijd. Sturen op aantallen werkt vervreemding in de hand. Een Sociaal Migratieakkoord lijkt me een goed idee en ik houd me ook aanbevolen om daar over mee te denken.”
Ook Robin deelt zijn zorgen: “Hoe kan het dat we bij Oekraïne zo duidelijk waren, maar bij Palestina zo laat, zo voorzichtig? Solidariteit mag geen dubbele standaard kennen. Ik wil dat onze beweging durft te kiezen voor vrede, gerechtigheid en klimaatrechtvaardigheid – juist ook voor dat het mainstream is. Dat is voor mij de belofte én de missie van een grote linkse partij.”
Yasmine: “Terwijl extremisme gewijd wordt aan sociale afbraak, worden tegelijk forse militaire investeringen bepleit. Dat schuurt. Toch raakt het ook een snaar: we klimmen samen, of we vallen alleen. Maar de belofte dat iedereen telt, moet dan ook gelden over de volle breedte: in binnenland en in het buitenland.”
Rechtvaardige klimaataanpak
Robin trapt af: “Als het gaat om klimaatbeleid mis ik de moed om echt te breken met vervuilers. Waarom niet duidelijk kiezen voor het afbouwen van fossiele subsidies en een rechtvaardige energietransitie die de grootste vervuilers het meeste laat betalen?”
Sipan beaamt dat: “Als groei, duurzaamheid en de bestrijding van extreme armoede tegelijkertijd urgente doelstellingen zijn, zal er ergens een keuze gemaakt moeten worden. Het gezegde luidt tenslotte niet voor niets: “You can’t have your cake and eat it too.”
Sipan vervolgt: “Koopkrachtverbetering, waardevol werk, sterke publieke voorzieningen en een schone leefomgeving zijn nobele streefpunten. Maar de impliciete aanname blijft dat een groeiparadigma verenigbaar is met de existentiële klimaatcrisis waarvan het juist de oorzaak is. En als kers op de verdorven taart wijst alles erop dat deze paradoxale doelstelling vooral negatief zal uitpakken voor de allerarmsten in de wereld. Dat zijn onder andere de mensen die met blote handen kobalt delven, waaronder 40.000 kinderen, om groei en duurzaamheid te verzoenen. Laat staan de miljoenen doden die met deze realiteit verweven zijn.”
Winne: “Productiviteitsfocus en belofte van groene groei blijft overeind. Dit staat haaks op het erkennen van klimaatrechtvaardigheid en planetaire grenzen. Een klimaatvisie moet antwoord geven op vragen als: Wat betekent het voor een land als Nederland om selectief om te gaan met groei van economische activiteit, zowel geredeneerd vanuit de ‘productiekant’ als vanuit de ‘consumptiekant’? Welke vormen van bedrijvigheid zijn werkelijk in sociaal, ecologisch en economisch opzicht toekomstbestendig? Hoe schalen we zo snel mogelijk de overconsumptie van de allerrijksten af? Welke industriepolitiek en beleidskeuzes horen hierbij?”
Tot slot zegt Robin: “Bij defensie maak ik me zorgen over de toegenomen oorlogstaal. Investeren in vrede vraagt niet om tanks, maar vooral diplomatie, samenwerking en sociale stabiliteit – juist dat zie ik te weinig terug. Daarnaast versnelt het investeren in wapens de klimaatcrisis.